Bereidingswijze

1. Zet de oven aan op 160°C.
2. Schil de wortels, snijd ze in de lengte in 2.
3. Snijd de gember in dunne schijfjes.
4. Leg de wortels kleur op kleur naast elkaar in een ovenschaal, bestrooi ze met zout.
5. Houd de oerwortels liever apart in een schaaltje vanwege kleuroverdracht. Lukt dit niet maak een afscheiding met aluminiumfolie.
6. Voor het sapmengsel meng je de gemberbug (module 6) met het vers sinaasappelsap.
   Heb je geen gemberbug neem dan 400ml vers sinaasappelsap in plaats van 200ml.
7. Bestrijk de wortels met olijfolie, gebruik hiervoor een kwastje.
8. Verdeel de helft van het sapmengsel op de wortels.
   Verdeel de gember over de wortels.
9. Gaar ze 10-15 minuten en voeg dan de rest van het sapmengsel toe. Het geheel zal wat inkoken, dat geeft extra smaak aan de wortels.
10. Wanneer de wortels gaar zijn, na ongeveer 20 minuten, haal ze dan uit de oven.
11. Ondertussen dat de wortels garen: snijd de stronken witlof in de lengte in 2.
    Besprenkel ze met wat olijfolie en peper en zout op de gesneden kant.
    Bak de stronken op de snijkant aan in een koekenpan.
12. Laat de witlof 3-5 minuutjes op hoog vuur garen, zet het vuur klein en draai de stronken om. Laat ze nu op halfhoog vuur garen tot gewenste gaarheid, beetgaar is prima.
    Houd ze warm tot gebruik.

    

13. Snijd de passievruchten open en haal het vruchtvlees eruit.
    Maak deze aan met 2 of 4 el rietsuiker, afhankelijk van de zure smaak van het vruchtvlees en de persoonlijke smaak.
14. Doe er een snufje zout bij en meng goed, laat bij kamertemperatuur staan.
15. Zorg dat het bord goed warm is en brand de wortels af met een torch als je deze hebt.
16. Een torch is een brander op gas.
    Dit karameliseert het sap dat erop zit en oogt heel mooi.
17. Breng verder op smaak met peper, zout en alfa alfa.